Voor een effen witte achtergrond verschijnt het gelaat van de lijdende Christus met bloed en tranen bedekt, met pathetisch licht-geopende mond.
Een waardin, staande in de deuropening, meldt Jozef dat er geen plaats meer is in haar herberg. Op de achtergrond: aankomst van Maria en Jozef te Betlehem.
De jonge Tobias, met naast hem zijn reisgenoot, de engel Raphaël, heeft de blinde ogen van zijn vader bestreken met de gal van de vis, die hij op bevel van de engel gevangen heeft.
In vorige catalogus als Portret van een Norbertijn, toegeschreven aan Hans Memling.
Dit werk is een diptiek van geringe afmetingen.
Portret van een onbekend ridder in de modieuze klederdracht van het begin van de 16e eeuw.
Maria, Maria Magdalena en Johannes de Evangelist (met boek) aan de voet van het Kruis.
Dit werk beeldt de zeven sacramenten uit, gerangschikt rond een calvarie die hier gesitueerd wordt in de middenbeuk van een gotische kerk.
In de slaapkamer van een burgershuis knielt de in het blauw geklede Maria op de voetsteun van een bank tegen de muur, terwijl de engel, voorzien van een scepter, of beter, een herautstaf ten teken van
Barbara was de enige dochter van een Syrische edelman, die opgesloten werd in een toren zodat niemand haar kon zien. Toen haar vader haar wilde uithuwelijken, verzette ze zich.
Maria, in het blauw gekleed, drukt teder het Christuskind tegen zich aan.
Getrouwe kopie naar het origineel in het Brugse Groeningenmuseum (nr. O 161). Zou afkomstig zijn uit de kerk van Watervliet. Vermoedelijk 16e-eeuws.
Kopie naar een origineel van Van Reymerswael in de verz. Thyssen (inv. 349) te Lugano-Castagnola. Andere kopieën in de kunsthalle te Hamburg en in de verzameling Liechtenstein te Vaduz.