Legende van de heilige Joris

In tweemaal vier taferelen worden de belangrijkste momenten uit het leven van de heilige Joris als martelaar na zijn overwinning op de draak uitgebeeld. Het verhaal stemt grotendeels overeen met de Legenda Aurea (13de eeuw). Van links naar rechts en van boven naar beneden verloopt het verhaal chronologisch: Joris doopt de koning, de koningin en de prinses van Lybië; de heilige wordt op bevel van proconsul Dacianus gemarteld met een ijzeren haak en een toorts; hij drinkt zonder hinder vergiftigde wijn, door een tovenaar aangeboden die zich daarna bekeert; hemels vuur vernielt het wiel met messen, waarmee Joris zou worden gemarteld. Verder wordt de heilige in kokend lood gedompeld; over de straat gesleept; en onthoofd, waarna de proconsul en zijn ministers door hemels vuur gedood worden. Als laatste wordt het lijk van de heilige in het graf gelegd. Deze laatste scène ontbreekt in de leven van de heilige volgens de Legenda Aurea.
De grisailles op de buitenluiken stellen links de heilige Cornelius met hoorn en Maria met Kind voor en rechts Joris met speer en draak en Willibrordus die zijn kruisstaf in het wijnvat steekt.
Het verloren middenstuk stelde vermoedelijk een geschilderde of gebeeldhouwde Joris voor in gevecht met de draak.